TILBURG – Inmiddels zijn zes Nederlanders besmet geraakt met het apenpokkenvirus, meldt het RIVM. Volgens het onderzoeksinstituut zijn een groot deel van de mensen die positief testen, mannen die seks hebben met mannen. De European Centre for Disease Prevention and Control schat de kans klein dat het virus zich grootschalig zal verspreiden onder de Europese bevolking.
Vrijdag 20 mei werd het eerste geval in Nederland vastgesteld. De dag erna is er een meldplicht ingevoerd. Dit betekent dat artsen en GGD-medewerkers verplicht zijn om een besmette patiënt te melden. Ondanks dat het virus zich, volgens het ECDC, niet snel van mens op mens verspreidt, verwacht het RIVM de komende dagen nog wel een toename in het aantal besmette personen in Europa. Mensen die positief testen op het virus moeten in quarantaine tot ze niet meer besmettelijk zijn. Dit kan twee tot vier weken duren.
Blaasjes
Het virus is in 1958 voor het eerst aangetroffen bij apen en komt volgens het RIVM vooral voor in West- en Midden-Afrika. Sinds mei zijn de apenpokken ook in Europa opgedoken. Het virus dringt binnen via de slijmvliezen of open wondjes. Symptomen zijn onder andere koorts, hoofdpijn en spierpijn. Daarnaast komen er na een tot drie dagen uitslag en blaasjes op het lichaam. Deze laten na twee à drie weken weer los. Het virus is zelden dodelijk.
Minister Kuipers benadrukt in een brief aan de Tweede Kamer dat er nog geen algemene collectieve maatregelen nodig zijn. Het vaccin voor gewone pokken, dat tot 1974 onderdeel was van het Rijksvaccinatieprogramma, beschermt ook tegen apenpokken. Mensen die grote kans lopen besmet te raken, kunnen nog ingeënt worden.
