TILBURG – Scholieren voelden zich in 2021 minder gelukkig dan vóór de coronaperiode. Dat blijkt uit onderzoek van de GGD en het RIVM onder bijna 167.000 tweede- en vierdeklassers op middelbare scholen. Quarantaines, besmettingen, ziektes of overlijden van een naaste; het zijn allemaal factoren die eraan bijgedragen hebben dat jongeren zich minder gelukkig voelen.
Waar in 2019 84 procent van de leerlingen die meededen aan de Corona Gezondheidsmonitor Jeugd aangaf (zeer) gelukkig te zijn, is dit in het najaar van 2021 nog maar 77 procent. Dit alles is te wijten aan de coronacrisis. Ruim de helft van de respondenten zat tijdens deze periode op enig moment in quarantaine. Daarnaast raakte driekwart van de leerlingen zelf besmet of zag dat een naaste ziek werd of zelfs overleed. Eén op de vijf leerlingen geeft aan nog steeds last te hebben van deze gebeurtenissen.
Geen pessimisme
GGD-directeur Annette de Boer benadrukt tegen de Volkskrant dat het onderzoek geen reden is tot pessimisme. Het grootste deel van de leerlingen is nog altijd gelukkig. Het zijn vooral scholieren met een instabiele thuissituatie of jongeren uit gezinnen die moeite hebben met rondkomen, die zich minder gelukkig voelden tijdens de coronaperiode.
Maar het onderzoek betekent ook dat we mentale gezondheid onder jongeren serieus moeten nemen. De GGD geeft aan dat dit onderzoek aanleiding geeft tot aandacht voor mentale gezondheid en passende maatregelen. Volgens directeur De Boer kunnen onder andere cursussen die gaan over het functioneren van het puberbrein, helpen voor ouders.
Na de afronding van de enquête volgde nog een lockdown en een besmettingsgolf met de omikronvariant. De gevolgen hiervan op scholieren zijn niet meegenomen in de resultaten. Het onderzoek loopt nog tot en met 2025.
