TILBURG – Het aantal meldingen van discriminatie in Nederland is voor het derde jaar op rij gestegen. Dat blijkt uit het rapport Discriminatiecijfers in 2021 dat dinsdag naar buiten is gebracht. Een derde van de mensen die vorig jaar melding maakten van discriminatie, voelde zich gediscrimineerd vanwege de coronamaatregelen.
De gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) kregen in totaal 6.992 meldingen; een kwart meer dan in 2020. Stefano Frans, voorzitter van de landelijke vereniging van ADV’s, verklaart deze stijging aan Trouw aan de hand van het soms botsende overheidsbeleid omtrent COVID-19. 31 procent van de meldingen gaat over ‘niet wettelijke’ of ‘overige’ discriminatiegronden. Ze gaan bijvoorbeeld over mensen die zich niet hebben laten vaccineren vanwege een persoonlijke overtuiging en hierdoor geen toegang meer hebben tot de zwemles van hun kinderen. Maar ook mensen die vanwege een medische aandoening geen mondkapje dragen en vervolgens geweigerd worden in ziekenhuizen of horecagelegenheden.
Discriminatie
Bovenstaande vormen van discriminatie worden volgens de wet niet direct gezien als discriminatie. Onder wettelijke discriminatie valt discriminatie op basis van afkomst, geslacht, huidskleur, seksuele voorkeur en religie. De meldingen van discriminatie op grond van herkomst, geslacht en godsdienst namen afgelopen jaar over het algemeen juist af.
De ADV’s raden het Ministerie van Volksgezondheid in het rapport aan om rekening te houden met de effecten van de coronamaatregelen, mochten deze in het najaar weer van kracht zijn. Stefano Frans zegt dat hij hoopt dat de toename van deze nieuwe vorm van discriminatie een opstapje is naar een samenleving die meer begrip heeft voor uitsluiting, aangezien een grote groep hier nu voor het eerst mee te maken heeft gekregen.
Het rapport bundelt cijfers van meldingen en klachten over discriminatie van de politie, de ADV’s, het College voor de Rechten van de Mens, de Nationale Ombudsman, de Kinderombudsman en MiND.
