Schreeuw om Leven komt op voor ongeborenen en is tegen abortus: “Het doden van een kind gaat ons een stap te ver”

TILBURG – Opkomen voor het ongeboren, dat vindt communicatiemedewerker Chris Develing bij Schreeuw om Leven belangrijk om te doen. “In de Bijbel staat dat je moet opkomen voor de zwakkeren. Ik zie ongeborenen als leven die geen stem hebben. En dus zie ik ze als zwakkeren, waar ik voor moet opkomen door het aantal abortussen te proberen te verminderen.” 

 

Stichting Schreeuw om Leven is opgericht als antwoord op de abortuswet in 1984. Het doel van de stichting is om op te komen voor ongeborenen en te zorgen voor betere hulpverlening achter abortus. Het is een christelijke stichting met christelijke waarden, maar Develing is van mening dat niet alle mensen tegen abortus christenen zijn. “Ik was zelf eerst pro-life, dat betekent dat je je inzet tegen abortus. Pas tien jaar later ben ik christen geworden. Die twee dingen hebben dus niks met elkaar te maken en ik denk dat dat voor meer mensen geldt.” 

 

Develing geeft aan dat het ongeboren leven, leven is en dus bestaat. “We praten vaak over leven dat er nog moet komen, maar feitelijk is dat niet zo. Het ongeboren leven is zich aan het ontwikkelen, maar heeft al in een vroeg stadium de menselijke wensen. Bij de bevruchting ligt namelijk al het geslacht en de haar- en oogkleur vast.” Hij zegt dat pro-lifers moeite hebben met een onnatuurlijke dood. Als niemand je bijvoorbeeld doodt, kan je toekomst ook niet afgenomen worden door iemand anders, geeft hij aan. “Op het moment van bevruchting is er een ongeboren wezen. Je kan dan alleen nog maar terug door het te doden. Het doden van een kind gaat ons echt een stap te ver.” 

 

De daad veroordelen

Toch is er vanuit de stichting geen oordeel naar vrouwen toe die kiezen voor abortus. “We kiezen ervoor om niet de vrouwen te veroordelen, maar wel de daad. We scheiden daarmee de daad van degene die het doet.” Develing geeft aan dat het lastig is om de daad en degene die het doet los van elkaar te zien, maar vergelijkt het met de zwartepietendiscussie. “Als je zegt dat Zwarte Piet racisme is, is dat een legitiem standpunt. Het wordt een probleem als je daarbij zegt dat als je ooit Zwarte Piet gespeeld hebt, je dan een racist bent. De persoon wordt dan gelijk gemaakt met de daad alsof de persoon de daad is.” Dat gaat volgens Develing te ver. “Je gaat ‘de daders’ dan ook als daders zien en dan ga je niet meer naar elkaar luisteren. Dat gebeurt soms ook bij abortus. Mensen die tegen abortus zijn, hebben soms ook negatieve gevoelens naar de vrouwen zelf. Daar willen wij bij Schreeuw om Leven van wegblijven en vinden dat je de vrouw los moet zien van wat ze laten gebeuren bij abortus.” 

 

Er Is Hulp

Dat de stichting de daad los ziet van de persoon die het heeft gedaan, komt duidelijk naar voren bij de hulpverleningsafdeling van de stichting. Daar sturen twee vrouwen vele vrouwelijke vrijwilligers aan. Bij Er Is Hulp komen vrouwen die onbedoeld zwanger zijn en niet weten wat ze moeten doen, maar ook vrouwen die abortus hebben gehad en dat niet kunnen afsluiten. “Veel vrouwen zullen ervaren dat abortus een verwerkingsproces is, waarbij ze hulp nodig hebben. Het kan gaan om spijtgevoelens, het geloof en dat ze niet weten wat er is gebeurd of een stukje verwerking. Onze afdeling biedt dan psychische en sociale hulpverlening.” Develing zegt dat de vrouwen die bij Er Is Hulp komen niet allemaal gelovig zijn. Ook niet-gelovigen zijn hier namelijk welkom. 

 

Tijdens de hulpverlening wordt niet gepraat over de morele waardes die komen kijken bij abortus, maar gaat het erom om de vrouw te helpen en het los te kunnen laten. Schuldgevoelens worden hier dan ook niet aangepraat, “maar als een vrouw zelf rondloopt met schuldgevoel ga je dat ook niet ontkennen. Het is haar gevoel en daarin ga je mee om haar uiteindelijk verder te helpen, zodat ze het achter zich kan laten”, zegt Develing. 

 

Dat de stichting een hulpverleningsafdeling heeft, is omdat ze het belangrijk vinden dat er bij abortus een goede hulpverlening komt kijken. “Wij denken namelijk dat je veel abortussen kunt voorkomen door vrouwen onder andere financieel te ondersteunen”, zegt Develing. De stichting biedt namelijk ook financiële ondersteuning aan vrouwen. “Er zijn veel vrouwen die naar een abortuskliniek gaan, omdat ze financieel geen andere mogelijkheden meer zien. Dat zien we bijvoorbeeld ook sterk terug als we folders uitdelen aan vrouwen bij abortusklinieken of tijdens onze protestmars ‘Mars voor het Leven’. Als ze van ons horen dat we bereid zijn om financiële steun te bieden, zie je dat vrouwen toch kiezen voor het kind. De keuze ging namelijk niet om het kind, maar om het financiële plaatje. Wij vinden dan ook dat een kind doden, vanwege sociaaleconomische redenen, niet tegen elkaar opweegt”. 

 

Een moreel oogpunt

Develing geeft aan dat de discussie die gevoerd word niet gaat over waar het om moet gaan. Volgens hem zou de discussie moeten gaan over wat het ongeboren leven is en wat dat waard is, maar gaat het nu vaak over vrouwenrechten. “Pro-choice denkt dat het volgens ons gaat om het afnemen van vrouwenrechten, maar dat zijn afleidingsmanoeuvres.” Hij vervolgt dat de keuze van vrouwen nu voor gaat, maar vraagt zich af of het ook wel een vrouwenrecht zou moeten zijn. “Omdat het nog niet geboren is, zou het niet moeten betekenen dat iemand anders over de toekomst zou mogen beslissen.” Op de vraag of mannen dan mee zouden moeten beslissen over het wel of niet plaatsvinden van abortus is Develing stellig. “Als samenleving moeten we een besluit nemen over abortus. Als de regering zou bestaan uit alleen maar vrouwen, zouden alleen vrouwen erover beslissen. Dit is alleen niet het geval en dus zullen mannen er wel betrokken bij zijn. Ik wil het alleen niet zo framen dat mannen dan over vrouwenlichamen beslissen. Ook dat is weer een afleidingsmanoeuvre om te doen alsof dit een battle of the sexses is. Dat is niet waar het om zou moeten gaan. Het moet enkel en alleen gaan over het morele vraagstuk: ‘Is abortus moreel gezien oké of niet?’. Dat een vrouw dan toevallig het ongeboren leven draagt, is dan niks aan te doen.”  

 

Develing zegt dat ze bij Schreeuw om Leven vrouwen niet willen dwingen om geen abortus te doen. “Het zou dan opgelegd moeten worden door de wet. Als abortus verboden zou worden, zeggen we daar geen nee tegen en zijn we daar ook wel blij mee. Daar zijn we ook heel eerlijk over. Ik denk alleen niet dat abortus ooit zal verdwijnen, ook als er een wet tegen komt. Dat zie je ook met ‘gewone moord’ en diefstal. We bestrijden het en doen er alles aan om het te voorkomen. Maar we weten dat het nooit helemaal zal verdwijnen. Dat is hetzelfde met abortus. Als ik realistisch ben zal het nooit verdwijnen, maar ik hoop wel dat het aantal abortussen zal verminderen.” 

 

Develing zou nog willen meegeven dat je niet bang moet zijn om de discussie over abortus te voeren. Hij zegt dat het belangrijk is dat we met elkaar in discussie gaan over het dilemma wat het ongeboren leven is en wat het voor waarde heeft. “Dan gaan we elkaar allemaal beter begrijpen in onze samenleving en maatschappij.” 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *