COLUMN | Een Witte leugen

Geschreven door Jasper Witte  

 

 

Je moeder mag niet weten hoe wij elkaar kennen.

Ze kwam tien dagen op bezoek en ik moest en zou haar ontmoeten. Dus wij bedachten een verhaal, dat een avond lang overeind moest blijven, zodat de professor architectuur niet zou ontdekken hoe het eigenlijk in elkaar steekt. De geloofwaardigheid was geborgd in mijn geringe kennis van Poëzie.

 

We hebben elkaar ontmoet in een boekenwinkel, waar ik aan je vroeg of je me iets over poëzie kon vertellen. Daarna zijn we koffie gaan drinken en bevriend geraakt.

Vandaag zouden er ook twee vrienden van je komen, maar die hebben last minute afgezegd waardoor nu alleen ik er ben.

 

Vier jaar geleden, toen wij elkaar nog lang niet kende, was ze ook al in onze stad. Een van de redenen voor het bezoek was een rondleiding door de wijk waar ik ben opgegroeid, om te zien hoe Nederlanders een nieuwe wijk bouwen. De rondleiding ging toen niet door, dus ik regelde een herkansing. Zien waar ik vandaan kom, betekent later misschien meer dan ze nu mocht weten.

 

Ze vroeg er eigenlijk niet eens naar, maar voordat we met zijn drieën in de van mijn ouders geleende auto stapte, vertelde we foutloos ons ingestudeerde verhaaltje. We hadden geluk. Na een dag regen was de zon net op tijd doorgebroken om de kerk waar ik vroeger omheen fietste met goud te bedekken.

 

 Toen je moeder vervolgens bij het zoveelste slootje uitstapte – want die vond ze het interessantst – bleven wij maar zitten. Je sprak met de kennis van een dochter. “Het valt misschien niet op, maar ze heeft het enorm naar haar zin.”

 

Ze is na vier uur wachten op Schiphol opgestegen richting India. Net zoals de dag dat we matchte op Tinder, liggen wij naast elkaar. Terwijl we op adem komen lees je gedichten voor uit de bundel die je voor mij kocht.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *