Zo kunnen wij als maatschappij faalangst voorkomen

TILBURG – Eén op de tien leerlingen op de basisschool heeft last van faalangst. Dat aantal neemt bij de overgang naar de middelbare school toe tot zeker twee op de tien. Tijdens de eindexamens zijn er naar schatting vier op de tien leerlingen die faalangst hebben. Faalangst kan leiden tot stress, depressie of angststoornissen. Hoe voorkomen we als maatschappij dat deze angst zich door ontwikkelt? En hoe ontstaat faalangst eigenlijk?

 

Faalangst kwam tijdens de coronaperiode terug in het nieuws. Na onderzoek blijkt dat het onder digitaal toezicht maken van tentamens – ook wel proctoring genoemd – faalangst kan vergroten. Onderzoekers van de TU Eindhoven concluderen dat het kan zijn omdat studenten maar kort de tijd hadden om te schakelen naar deze technologie. Toch is er geen duidelijke reden waarom die angst toeneemt. Hetzelfde geldt voor de onverklaarbaarheid rondom de toename van faalangst bij de overgang naar de middelbare school.

 

Prestatiedruk

 

Faalangst is geen opzichzelfstaande stoornis, maar wel degelijk een bekende vorm van angst. Het komt vaak voor bij mensen met een sociale- of gegeneraliseerde angststoornis. Gedachten zoals ik ben niet goed genoeg’, ‘ze vinden me niet aardig of ‘ik kan het net zo goed niet doen, want ik haal het toch niet’, horen bij mensen met faalangst. Deze gedachten belemmeren deze groep in hun functioneren. Uiteindelijk lijdt het tot een geval van ‘wat je denkt, dat gebeurt’. Oftewel: je faalt. Deze vicieuze cirkel begint al bij de basisschool, maar wordt ervaren door studenten en volwassenen. De negatieve stress die je ontwikkelt door het denken niet te kunnen, komt telkens terug.

 

Bron: Luis Villasmil, Unsplash

Hoe faalangst ontstaat is niet volledig te verklaren. Wel blijkt uit onderzoek van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) dat de school en de docenten zelf hier een sterke invloed op hebben. De onderzoekers van het LAKS onderzochten de prestatiedruk onder scholieren op de middelbare school en de gevolgen op hun prestaties. Uit dit onderzoek blijkt dat wanneer leerlingen weten wat hun doel is en wat ze moeten doen om er te komen, zij minder druk ervaren. Deze manier van werken zorgt ervoor dat leerlingen op hun eigen proces focussen en ze op die manier minder op hun omgeving letten.

 

Daarbij speelt de druk die een school legt op de prestaties van leerlingen ook mee. Leerlingen moeten een bepaald gemiddelde halen tegen het einde van het schooljaar. Daarnaast moeten ze van school wisselen bij mindere prestaties of als een leerling een droom heeft en daar een bepaald niveau voor moet halen, zorgt dit ook voor een toename van prestatiedruk. Je toekomst hangt dus voor een groot deel af van je succes op school.

 

De toenemende prestatiedruk staat in lijn met de toename van leerlingen met faalangst. Dyanne Verpaalen, psychologe met kennis over kinderen met faalangst, ziet een logische verklaring voor die toename van faalangst richting toetsing en bewijsdrang op de middelbare school. “De focus ligt op de middelbare school – meer dan op het basisonderwijs – op het behalen van resultaten en presteren in plaats van op persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast wordt er een groter beroep gedaan op het zelfvertrouwen en eigenwaarde in de leeftijdsfase van basisschool naar middelbare scholier. Ook door de onlinewereld en sociale media. Angst om te falen en er niet bij horen kan eveneens een reden zijn van een toename in faalangst onder deze leeftijdsgroep.”

Bron: Anthony Tran, Unsplash

 

Verdubbeling leerlingen faalangst

 

Waar op de basisschool al faalangst ontwikkeld wordt bij een deel van de leerlingen, zet die ontwikkeling dus gestaag door op de middelbare school. Eén op de tien leerlingen ervaart dus last van faalangst op de basisschool, Twee op de tien op de middelbare en vier op de tien in de laatste jaren richting de eindexamens.

 

De faalangst die leerlingen al vanaf de basisschool ontwikkelen heeft te maken met het zelfbeeld. Deze kinderen hebben een moeilijke manier van denken: alleen als zij goed presteren vinden ze zichzelf de moeite waard. Waar leerlingen zonder faalangst bezig zijn met de leerstof, is iemand mét faalangst bezig met op welke manier het zou kunnen mislukken. Verpaalen: “Faalangst is heel situatie specifiek. Dat wil zeggen dat het opgeroepen of versterkt wordt door een specifieke taak. Uiteindelijk heeft faalangst betrekking op het zelfbeeld en de eigenwaarde van iemand.” Het verschil tussen het prestatievermogen van leerlingen mét en zónder faalangst is aanzienlijk. Zo zou iemand met faalangst wel heel goed in een bepaald vak kunnen zijn. Toch kunnen ze er niet in slagen om goed te presteren. Iemand zonder faalangst maar met weinig kennis van het vak kan hier beter in presteren.

 

Verpaalen vindt het vooral belangrijk dat hier de leerling gezien wordt. “Het herkennen van faalangst is niet makkelijk. In dit geval is het goed om de leerling echt te leren kennen. Hoe denkt hij over zichzelf en over zijn prestaties, hoe beoordeelt hij zijn zelfvertrouwen, in hoeverre mag hij van zichzelf fouten maken?” Uiteindelijk kan op basis van die kennis gewerkt worden aan het ‘leren van fouten maken’. “Wanneer je het gevoel hebt dat je die fouten mag maken, zal iemand minder snel angst ervaren en vastlopen”, merkt Verpaalen op in haar werk. “Voor het verminderen van prestatiedruk bij kinderen is het erg belangrijk om te coachen op het proces en niet alleen op het resultaat. Een omgeving waar oog is voor jou als persoon, jouw ontwikkeling en beoordeling op bijvoorbeeld inzet, motivatie en doorzettingsvermogen verlagen ook de kans op faalangst.”

 

“Wanneer je het gevoel hebt dat je die fouten mag maken, zal iemand minder snel angst ervaren en vastlopen”

Stress of depressie door faalangst en prestatiedruk

 

“Faalangst kan leiden tot een angststoornis en ik zie dit regelmatig terug in mijn werk”, aldus Verpaalen. “Een voorbeeld kan zijn dat de angst die wordt opgebouwd door situaties op school zich zelfs doorzetten in momenten buiten school om. Een voorbeeld: een cliënt komt bij mijn therapie met faalangstklachten die over zijn gegaan in een angststoornis. Doordat een docent andere leerlingen soms streng toespreekt is hij bang dat hij ook streng toegesproken zal worden. Gedachten als ‘doe ik het wel goed’ of ‘wat als’ spelen door het hoofd van de cliënt. Deze situatie doet zich uiteindelijk ook voor tijdens de hockeytrainingen. De cliënt wordt hier bang van en krijgt angstgedachten.”

 

Dat deze angsten zich doorzetten naast de momenten op school is zorgelijk en daar moet dan ook aan gewerkt worden, vindt Verpaalen. “Gesprekken met ouders en docenten is daar één aanpak van. Daarbij wordt dan met de cliënt ook gewerkt aan de oorzaak en de soorten klachten die hij ervaart. Uiteindelijk krijgt de cliënt, in dit geval de leerling, ook oefeningen voor thuis of op school, die op elk moment ingezet kunnen worden. Docenten kunnen dit goed ondersteunen en helpen in het proces van het overwinnen van faalangst.”

 

Bron: Sydney Rae, Unsplash.

Prestatiemaatschappij: minder druk zorgt voor automatisch betere prestaties

 

De angst om te falen wordt erg versterkt door de huidige “prestatiemaatschappij”. Alles moet sneller en efficiënter, prestaties moeten beter en tijd besparen is helemaal van ‘nu’. De maatschappij van tegenwoordig is gericht op presteren, het snel bereiken van resultaten en actie ondernemen. Verpaalen vindt de gevolgen schokkend. “Vandaag de dag is het aantal mensen met een burn-out nog nooit zo groot geweest. Naar mijns inziens is dat mede het gevolg van de vele eisen die worden gesteld en de hoeveelheid aan prikkels die op ons afkomt.” Door het vele willen doen en de druk om het goed te doen gaan we er met elkaar aan onder door. “Er worden steeds meer ballen in de lucht gehouden en technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat we de hele dag (online) ‘aan’ staan”, vertelt Verpaalen.

 

“Vandaag de dag is het aantal mensen met een burn-out nog nooit zo groot geweest”

Om te zorgen dat leerlingen al vanaf de basisschool minder druk ervaren en kunnen presteren zonder faalangstklachten moet de maatschappij minder druk leggen op presteren. “Mijn advies zou zijn om vooral naar jezelf te kijken”, zegt Verpaalen. “Zoek hulp en doe onderzoek naar hoe je met bepaalde druk om kunt gaan. Leer los te laten en vindt een goede balans in een maatschappij die vol zit met prikkels.”

 

Op deze manier kunnen we er als maatschappij voor zorgen dat we niet altijd beter, sneller of efficiënter moeten werken. Niet op de basisschool, niet op de middelbare school, niet op de hogere school en niet op het werk. Ook niet op de sportclub, in de bar of met familie. Geen bewijsdrang tegenover anderen en geen druk om beter te presteren. “Er moet oog blijven voor persoonlijke ontwikkeling en groei”, meldt Verpaalen. Door het individu, maar ook door docenten, ouders en trainers. Als we een maatschappij creëren waarin je mag leren én groeien kunnen we ook als maatschappij optimaal gaan presteren.”

 

Tips & tricks van psychologe Dyanne

Verpaalen om faalangst te verminderen of te voorkomen
Vraag om hulp of praat erover met iemand die je vertrouwt.
→ Loop niet weg van hetgeen waar je druk voor voelt, maar ga het aan. Uitstellen of vermijden geeft alleen opluchting op korte termijn.
Schrijf een lijst van al je succeservaring, hoe klein ze ook zijn.
Maak een plan van aanpak voor hetgeen waar je tegenop ziet en ga het stap voor stap aan.
Gun jezelf de tijd en ruimte om te mogen leren en ontwikkelen.
Visualiseer hoe jij hetgeen waar je tegenop ziet doet of aanpakt met succes.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *