TILBURG – Er moet een bredere aanpak komen tegen pesten. Dat heeft Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer gemeld in het rapport In eenzaamheid gepest. Aangezien pesten ook buiten school voorkomt, zoals in de buurt, online en op het sportveld, is het volgens Kalverboer belangrijk dat volwassenen die met kinderen werken een veilige omgeving creëren waarin kinderen over pesten kunnen praten.
Buitengesloten of uitgescholden kinderen die daar niet over praten, lijden het meest onder pesten. Dat ziet de Kinderombudsvrouw. Vandaar dat het belangrijk is dat hier vanuit de omgeving aandacht aan wordt besteed. Onder andere leerkrachten, trainers, wijkagenten en jongerenwerkers moeten alert zijn op pestgedrag en hulp moeten bieden wanneer zij zoiets constateren. Dat is een van de adviezen uit het rapport.
Maar niet alle volwassenen weten hoe ze met zo’n situatie om moeten gaan. ‘Zij hebben hier handvatten voor nodig, zodat kinderen pesten ook makkelijker bespreekbaar durven maken’, constateert Kalverboer in het rapport. Dit kan hen geleerd worden terwijl ze werken, maar ook zeker als ze nog in opleiding zijn.
Onderzoek
Het onderzoek waarop het rapport en de adviezen gebaseerd zijn, bestaat uit een online vragenlijst en gesprekken over pestervaringen. 505 kinderen vulden de vragenlijst in. Hieruit blijkt dat de meeste kinderen worden gepest vanwege hun uiterlijk, kleding of gedrag. Een derde van de kinderen wordt gepest om een handicap of seksuele geaardheid. Deze redenen vallen onder discriminatie. Bijna vijftien procent van de gepeste kinderen geven hun leven een onvoldoende.
De kinderen die meededen aan het onderzoek vinden dat pesters harder gestraft moeten worden en dat zij moeten weten hoe het voelt om gepest of buitengesloten te worden.
Ruimte en support geven
Margrite Kalverboer maakt zich zorgen om de kinderen die zich eenzaam voelen. ‘Daar kunnen we wel degelijk iets aan doen. We moeten meer praten over pesten, pesten serieus nemen en meer ruimte en support geven aan kinderen om ze te laten zijn wie ze zijn.’
