Hoe overleef ik als topsportouder?

In deze aflevering van Hoe overleef ik spreken we met de uit Friesland afkomstige Rob Bosscher (53), vader van Olaf (20) en Hugo (22); triatleten die al sinds hun tienerjaren de sport beoefenen. Inmiddels doen ze mee op internationaal niveau. Wat houdt het in voor een ouder om een leven te leiden als nummer één support van twee zoons die elke week 25 uur trainen en wedstrijden doen over heel de wereld?  

 

‘Kampioensouders’ worden ze wel genoemd. Ouders van kinderen die topsport beoefenen. Zij geven hun genen, liefde en ambitie door aan hun kind – in dit geval zelfs twee kinderen. Dat zij hierna op het hoogste niveau hun sport kunnen beoefenen, is te danken aan de ouders. De werkelijke ‘kampioenen’ dus. Vader Rob Bosscher, zelf ook actief binnen de triathlonsport, ziet het eerder als een keus van de jongens zelf: “Wij geven ze de mogelijkheid om hun ambitie te volgen. Vanaf jongs af aan hebben we ze de ruimte gegeven om te doen wat ze leuk vinden. We zijn blij om ze daarin te kunnen helpen.”

 

Veel ruimte

 

Dat dit niet altijd vanzelfsprekend is voor de omgeving blijkt wel. Bosscher: “Mensen zijn vooral heel verbaasd dat we ze zoveel ruimte geven. Geen bijbaantje, een studie op de tweede plek. Daarbij bracht ik de jongens vroeger elke ochtend om kwart voor vijf ’s ochtends naar het zwembad en rijden we geregeld twee uur naar wedstrijden toe in het weekend.” Dat dit ook het moeilijkste is als topsportouder beaamt Bosscher: “Je deelt eigenlijk je hele leven in op de planning en dromen van de jongens. Zo gaan we alleen op vakantie naar een omgeving waar ze goed kunnen trainen en wat goed valt met het wedstrijdschema.” 

 

Benieuwd naar de andere aspecten waar topsportouders mee te maken hebben en enkele tips om hier het beste mee om te kunnen gaan? Lees het in ons blad Nooit of Nu. 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *